Begroting 2019-2022

Gemeentefonds

De uitkeringen uit het gemeentefonds in de programmabegroting 2019-2022 zijn berekend op basis van de mei-circulaire 2018 Gemeentefonds. In de mei-circulaire wordt de gemeente geïnformeerd over de omvang en mutaties van de uitkeringen uit het fonds. Deze uitkeringen vormen de grootste inkomstenbron voor de gemeente. De eventuele financiële gevolgen uit de september-circulaire 2018 Gemeentefonds worden meegenomen in de Nota van wijziging. Deze wordt tegelijkertijd met de conceptprogrammabegroting 2019-2022 in de gemeenteraad behandeld. De uitkeringen uit het gemeentefonds zijn voor de planperiode 2019-2022 geraamd op:

Uitkeringen gemeentefonds

2019

2020

2021

2022

 A. Algemene uitkering

 Algemene uitkering

109.522

111.280

113,351

114.943

Inkomstenmaatstaven

-9.294

-9.312

-.9.410

-9.481

BTW-compensatiefonds

1.065

1.065

1.065

1.065

Suppleties

-100

-78

-78

-78

 B. Integratie- en decentralisatie-uitkeringen

Breder impuls combinatiefuncties

190

190

190

360

Decentralisatie provinciale taken vergunningverlening, toezicht en handhaving

41

41

41

41

Gezond in de stad

25

25

25

0

Voorschoolse voorziening peuters

153

191

229

229

Armoedebestrijding kinderen

307

307

307

307

Schulden en armoede

97

97

0

0

Instroom asielzoekers

350

350

0

0

Rijksvaccinatieprogramma

120

120

120

120

LHBT

20

20

20

20

Maatschappelijke begeleiding

150

150

0

0

 C. Deelfonds sociaal domein

Participatie

3.129

3.036

2.922

2.856

Voogdij 18+

2.325

2.418

2.418

2.418

Bedragen x € 1.000 

De positieve ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de groei van de rijksuitgaven (systematiek van samen trap op / trap af).

Sinds 2015 maakt de gemeente jaarlijks gebruik van de ingestelde compensatieregeling Voogdij/18+. Deze regeling is ingesteld omdat voor jeugdigen, met een voogdijmaatregel óf van 18 jaar en ouder, het budget wordt verdeeld op basis van het zorggebruik in eerdere jaren. Deze verdeling van het budget zorgt voor afwijkingen ten opzichte van de werkelijke uitgaven van gemeente. Belangrijke oorzaken daarvan zijn de knelpunten die zich voordoen met de toepassing van het woonplaatsbeginsel. Het woonplaatsbeginsel bepaalt welke gemeente (financieel) verantwoordelijk is voor bijvoorbeeld het inzetten van jeugdhulp. Om de discussies over het woonplaatsbeginsel op te lossen, wordt het woonplaatsbeginsel waarschijnlijk per 2020 aangepast bij de herziening van het verdeelmodel voor het sociaal domein. Tot die tijd is de verwachting dat op basis van de compensatie over 2016 een jaarlijks achteraf te verkrijgen compensatie van € 600.000 per jaar wordt ontvangen. Er vanuit gaande dat het verschil tussen de middelen die beschikbaar worden gesteld op basis van de huidige verdeling en de werkelijke kosten wordt opgelost bij het nieuwe verdeelmodel waarbij het woonplaatsbeginsel wordt aangepast, zal er vanaf 2020 in het nieuwe verdeelmodel op dit onderdeel naar verwachting € 600.000 extra beschikbaar komen.