Begroting 2019-2022

Financiering

Risico-inventarisatie en -kwantificering

De risico’s voor de gemeente zijn:

    1. Renterisico op de vlottende schuld;
    2. Renterisico op de vaste schuld;
    3. Kredietrisico verstrekte geldleningen.

Ad. 1. Renterisico op de vlottende schuld

De kasgeldlimiet is een belangrijke graadmeter voor de beoordeling van de liquiditeitspositie. De kasgeldlimiet is het maximumbedrag dat is toegestaan aan de gemeente om haar (kapitaal)uitgaven te financieren met kortlopende geldleningen (vlottende schuld). De kasgeldlimiet wordt bepaald door een percentage (8,5%) van het begrotingstotaal van de gemeente. Voor het jaar 2019 bedraagt de kasgeldlimiet afgerond € 17 miljoen. De liquiditeitspositie in relatie tot de kasgeldlimiet in 2019 wordt in onderstaande tabel per kwartaal weergegeven.

Liquiditeitspositie 2019

1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

Toegestane kasgeldlimiet

1. in procenten van de grondslag

8,5

8,5

8,5

8,5

2. in bedrag

18.269

18.269

18.269

18.269

Omvang vlottende korte schuld

3. Opgenomen gelden < 1 jaar

10.000

10.000

10.000

10.000

4. Schuld in rekening courant

-

-

-

-

5. Gestorte gelden door derden < 1 jaar

-

-

-

-

6. Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld

-

-

-

-

Omvang vlottende middelen

7. Contante gelden in kas

-

-

-

-

8. Tegoeden in rekening courant

1.000

1.000

1.000

1.000

9. Overige uitstaande gelden < 1 jaar

-

-

-

-

Toets kasgeldlimiet

10. Totaal netto vlottende schuld

9.000

9.000

9.000

9.000

11. Toegestane kasgeldlimiet

18.269

18.269

18.269

18.269

Bedragen x € 1.000

Onder een vlottende of korte schuld worden schuldtitels gerekend met een rente-typische looptijd korter dan één jaar. De belangrijkste vormen hiervan zijn (opgenomen) daggeld- en kasgeldleningen en rekening-courantkrediet. De gemiddelde korte schuld per kwartaal mag de kasgeldlimiet aan het einde van drie achtereenvolgende kwartalen niet overschrijden. Aan het einde van het derde kwartaal moet in zo’n geval de korte schuld omgezet worden in een vaste schuld. Beleidslijn van de treasuryfunctie is om bedragen tot de kasgeldlimiet te financieren met kort geld. Dit gebeurt omdat financiering met kortlopende geldleningen meestal goedkoper is dan met langlopende geldleningen. Op lange termijn is het renterisico op kortlopende geldleningen echter groter omdat de rente snel kan wijzigen. De rente op langlopende geldleningen wordt voor een vooraf bepaalde periode vastgezet, waardoor de gemeente voor een langere periode rekening kan houden met stabiele financieringslasten.

Ad. 2. Renterisico op de vaste schuld
Voor de financieringspositie is de renterisiconorm van belang. Het doel van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op de vaste schuld. De norm geeft aan over welk maximaal bedrag per jaar renterisico gelopen mag worden. Dit betreft onder andere leningen waarvan de rente herzien gaat worden maar ook de herfinanciering van aflossingen. Door spreiding in de tijd van aflossingen en herzieningen wordt het renterisico verkleind. De renterisiconorm wordt berekend met een wettelijk vastgesteld percentage van het begrotingstotaal. Dit percentage is bepaald op 20 en betekent voor onze gemeente een renterisiconorm van € 40 miljoen.

Renterisico 2019 – 2022

2019

2020

2021

2022

1. Renteherziening op vaste schuld o/g

-

-

-

-

2. Aflossingen 

42.500

7.000

8.000

9.000

3. Renterisico (1+2)

42.500

7.000

8.000

9.000

4. Renterisiconorm

42.986

42.986

42.986

42.986

5a. Ruimte onder renterisiconorm (4>3)

486

35.986

34.986

33.986

5b. Overschrijding renterisiconorm (3>4)

-

-

-

-

Berekening renterisiconorm

4a. Begrotingstotaal van 2019

214.932

4b. Percentage ministeriële regeling

20%

Renterisiconorm 2019 (4a x 4b)   

42.986

Bedragen x € 1.000

In deze tabel is niet opgenomen de renteloze financiering van de grondexploitatie Leidschendam-Centrum.

In deze tabel is niet opgenomen de renteloze financiering van de grondexploitatie Leidschendam-Centrum.

De huidige opgenomen leningen bieden de geldgevers geen mogelijkheid tot tussentijdse renteaanpassingen. Ook de aflossingen van in de toekomst nog aan te trekken langlopende geldleningen zijn verwerkt in bovenstaande tabel.

De gemeente heeft binnen de renterisiconorm op basis van de huidige beleidslijn nog mogelijkheden voor het aantrekken van langlopende geldleningen. De conclusie is dat onze gemeente een beperkt renterisico loopt in het kader van de langlopende financiering en binnen de wettelijke risiconorm blijft.

Ad. 3. Kredietrisico verstrekte geldleningen
Het kredietrisico op verstrekte geldleningen wordt omschreven als de mogelijkheid van een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) kunnen nakomen van de verplichtingen door de tegenpartij. In onderstaande tabel is een overzicht per risicogroep opgenomen.

Risicogroep

Hypothecaire zekerheid

1-1-2019

1. Hypotheken aan personeel

ja

33

2. Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland

gedeeltelijk

3.300

Bedragen x € 1.000


Toelichting

  1. De gemeente verstrekt geen nieuwe hypotheken meer aan personeel.
  2. Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN) zet op voordracht van de gemeente geldleningen uit in de sector volkshuisvesting. De gemeente heeft de opbrengst uit de verkoop aandelen Bouwfonds gebruikt voor de storting in het fonds als een geldlening. Een gedeelte van het gestorte bedrag is door SVN vastgelegd in verstrekte geldleningen aan derden tot een bedrag van circa € 1 miljoen. Er is een klein risico dat de verstrekte geldleningen niet worden terugbetaald. Daarnaast is een bedrag bij het SVN beschikbaar in de vorm van een rekening-courant met de gemeente tot een bedrag van € 2,3 miljoen.

Gezien de hoogte en de samenstelling van de portefeuille verstrekte geldleningen loopt de gemeente nauwelijks kredietrisico's.