Begroting 2019-2022

Financiering

Financieringspositie

Voor de bepaling van de financieringspositie zijn de financieringsbehoefte (geïnvesteerd vermogen in de huidige en nieuwe vaste activa) en de financieringsmiddelen (opgenomen langlopende leningen, reserves en voorzieningen) van belang. Het verloop van de financieringspositie over de jaren 2019 tot en met 2022 is opgenomen in onderstaande tabel.

Financieringspositie per 1-1

2019

2020

2021

2022

Financieringsbehoefte

Investeringen

210.424

231.882

250.395

259.138

Financiële vaste activa

7.482

7.217

7.203

7.203

Grondexploitaties

39.299

29.879

14.540

563

Financieringsmiddelen

Reserves

93.244

83.558

77.012

72.780

Voorzieningen

8.230

8.634

8.855

8.957

Opgenomen langlopende leningen

156.000

171.975

187.975

186.975

Bedragen x € 1.000

Voor de bepaling van de financieringsbehoefte is uitgegaan van de boekwaarden en de voorgenomen investeringen zoals opgenomen in het investeringsplan. In de financieringsbehoefte wordt voorzien door kortlopende geldleningen en langlopende geldleningen aan te trekken. Als de kasgeldlimiet drie kwartalen achtereen dreigt te worden overschreden moet voor de bedragen boven de kasgeldlimiet aan het einde van het derde kwartaal een langlopende geldlening worden aangetrokken.


In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de portefeuille aan langlopende leningen weergegeven.

Ten tijde van het samenstellen van de begroting waren de rentetarieven op de kapitaalmarkt laag. Voor het opnemen van nieuwe langlopende geldleningen in 2019 is rekening gehouden met een rente van 1,2%.  

Portefeuille langlopende geldleningen

2019

2020

2021

2022

1. Beginstand per 1 januari

156.000

171.975

187.975

186.975

2. Nieuwe geldleningen

66.300

23.000

7.000

15.000

3. Reguliere aflossingen

50.325

7.000

8.000

9.000

4. Vervroegde aflossingen

0

0

0

0

5. Eindstand per 31 december

171.975

187.975

186.975

192.975

Bedragen x € 1.000