Begroting 2019-2022

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de ongedekte financiële risico’s en de financiële weerstandscapaciteit om deze risico’s op te kunnen opvangen. Het gaat om de mate waarin de gemeente in staat is financiële middelen vrij te maken en maatregelen te nemen om incidentele en structurele financiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van het bestaande beleid en de gemeentelijke dienstverlening. Naarmate risico’s beter kunnen worden afgedekt en opgevangen, is sprake van een groter weerstandsvermogen. Om een waardeoordeel te kunnen geven over het weerstandsvermogen is het noodzakelijk dat het wordt afgezet tegen een norm.

Een algemeen gehanteerde norm bij gemeenten is een waarderingstabel opgesteld door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) in samenwerking met de Universiteit van Utrecht:

Ratio waardering weerstandsvermogen

Betekenis

> 2,0

Uitstekend

1,4 – 2,0

Ruim voldoende

1,0 – 1,4

Voldoende

0,8 – 1,0

Matig

0,6 – 0,8

Onvoldoende

< 0,6

Ruim onvoldoende

In de onderstaande tabel wordt in de vorm van een ratio een oordeel gegeven over het weerstandsvermogen. Deze ratio wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door het risicoprofiel. De ratio's voor de jaren 2017, 2018 en 2019 zijn:

  Ratio

Rekening 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

  1. Risicoprofiel

9.964

9.870

13.300

  2. Weerstandscapaciteit

61.472

63.260

51.000

  3. Ratio (verhouding tussen 1 en 2)

6,2

6,4

3,8

  4. Ruimte (verschil tussen 1 en 2)

51.508

53.390

37.700

Bedragen x € 1.000

Uit voorgaande tabel blijkt dat het weerstandsvermogen gemeten aan de algemene norm van de NAR, uitstekend is. De geraamde totale weerstandscapaciteit voor 2019 is 3,7 maal zo groot als het risicoprofiel. Het risicoprofiel en de weerstandscapaciteit kunnen verbeteren door de verkoop van de Eneco-aandelen. De structurele dividendopbrengst komt dan te vervallen en de solvabiliteit verbetert. De renteopbrengsten over de verkoopopbrengst zullen waarschijnlijk wel lager liggen dan de geraamde dividendopbrengsten.